Ik vraag me af - en nu word ik toch een beetje boos: waarom is er nog altijd Zo Weinig Compassie in de zorg?
![](https://static.wixstatic.com/media/11062b_74a8d7795d9b4381a7d07a13cdda86f8~mv2.jpg/v1/fill/w_980,h_654,al_c,q_85,usm_0.66_1.00_0.01,enc_auto/11062b_74a8d7795d9b4381a7d07a13cdda86f8~mv2.jpg)
Moeilijk lopend kwam hij binnen, bleek, met bloed op zijn overhemd, met een pleister op zijn gezicht. Wat ouder, wat trillerig en timide. De receptioniste van de kliniek voor kaakchirurgie had er weinig oog voor. Ze vroeg of hij een afspraak had - ja, zei hij beleefd, hij was zojuist met spoed hiernaartoe gestuurd - en of hij zijn legitimatie kon laten zien. Prima, dank, u kunt plaatsnemen in de wachtkamer.
"waarom is er nog altijd Zo Weinig Compassie in de zorg? "
Hij kwam naast me zitten, ook ik wat trillerig van de zenuwen, want zo'n behandeling bij de kaakchirurg - daar kijkt een mens niet naar uit. Maar deze man was er een stuk slechter aan toe, en ik vroeg wat er was gebeurd. Aangereden, vertelde hij: een paar uur geleden, door een auto op het zebrapad. Hij was vanaf de spoedeisende hulp hiernaartoe gestuurd want hij had - onder andere - een gebroken kaak.
Gaat het wel?
vroeg ik hem. Wilt u niet wat water? Ja, eigenlijk wel, zei hij met zachte stem. Ik liep naar de receptioniste en vroeg om een glas water. En zei toen, niet bozig, niet overmatig kritisch, wel tamelijk direct: 'Misschien kun je iets meer aandacht hebben voor deze man. Het gaat niet zo goed met hem.' Ze keek me oprecht geschrokken aan, sprong op, liep naar hem toe, bood hem water aan en een plekje in de rustkamer.
Een opmerkelijk tafereel. Droevig, ook wel. Ik had met hem te doen, maar ook met haar. Ze had werkelijk geen idee. Het is de ganse dag een komen en gaan van patiënten, daar in de kliniek voor kaakchirurgie, en de dames achter de receptie (er zitten er wel vier) kijken voortdurend gestrest op hun scherm. En vragen voortdurend: 'Hoe laat is uw afspraak? Heeft u een legitimatiebewijs?' (Ook ik moet, na inmiddels zes bezoeken, mij iedere keer opnieuw legitimeren). Dat ze de hele dag door met ménsen te maken hebben - mensen met pijn, mensen met angst voor het trekken van hun kies, mensen met een gebroken kaak - lijkt niet iets waar ze zich erg bewust van zijn.
Ik vraag me af: hoe zijn deze jonge vrouwen opgeleid? Wat leren ze over aandacht, over contact, over compassie? Wat horen ze van hun management over de omgang met die talloze patiënten die daar vaak trillend voor hun balie staan?
Ik vraag me af - en nu word ik toch een beetje boos: waarom is er nog altijd Zo Weinig Compassie in de zorg?
Commentaires