“Ik moet mezelf aanpakken”, zegt mijn vriendin. Ze vertelt, beschaamd, hoe ze onlangs afreisde naar een congres in Groningen. Daar aangekomen nam ze een hotel. Het onderwerp van het symposium sloot naadloos aan bij haar promotieonderzoek, dus ze trok er graag al die tijd voor uit. De volgende ochtend, toen het congres zou beginnen, zag ze er zo tegenop – ze had slecht geslapen, het was een roteind met de bus, er zouden vast alleen maar saaie sprekers komen – dat ze onverrichter zake omkeerde. Ze nam de trein terug naar huis en trok zich al onderweg de haren uit het hoofd van schaamte en spijt.
En nu moet ze zichzelf dus aanpakken. Want dit was toch een belachelijke actie. Altijd maar dat vermijdingsgedrag van haar. Dat bange, besluiteloze gedoe. Begin veertig en dus veel te oud voor dit kinderachtige gedrag.
Ik luisterde en vroeg haar of het woord ‘aanpakken’ hier helpend was. Ik dacht aan een bang kind dat niet naar school wil – zou je dat hard aanpakken of zou je dat troosten en geruststellen? In de opvoeding weten we het nu gelukkig wel: laat de emotie er alsjeblieft zijn, erken die, benoem die, omarm je kind. Dan durft het daarna wel weer een stap te zetten.
Maar zo gaan wij als volwassenen niet met onszelf om. Omdat wij vaak niet op deze manier zijn opgevoed – helaas. Omdat we niet moeten zeuren, mee moeten in de ratrace en al die emoties ons daarbij slecht van pas komen.
De ‘mindful way’ zou een andere zijn; een heilzamer weg, geloof ik. Het is dan belangrijk om allereerst op te merken bij jezelf wat er speelt: angst, bijvoorbeeld. Die bewust te zien, te voelen, en niet weg te drukken. Je mag bang zijn, of ergens tegenop zien, toch? Waarom zou dat weg moeten of aangepakt moeten worden? Vervolgens zou je vriendelijk kunnen kijken wat er op dat moment nodig is om je beter te voelen, om voor jezelf en voor je angst te zorgen – én misschien zelfs een dapper stapje te zetten, als je dat wilt.
Vriendelijk ja. Met compassie. Met zelfcompassie. Dat is werkzamer en heilzamer dan al dat ferme aanpakken en doorbijten en niet-zeuren en flink/stoer/streng zijn. Want alles wat we streng aanpakken en wegdrukken is als een bal die je onder water probeert te duwen. Zodra je even moe wordt of verslapt, schiet die bal omhoog en raakt je keihard in je gezicht.
De mindful way is een zachtere, maar ook kráchtiger weg. Zoals dichteres Henriëtte Roland Holst het zo mooi verwoordde: ‘De zachte krachten zullen zeker winnen in ’t eind.”
Comments