‘Your bodylanguage shapes your mind’ hield een dierbare collega me voor, toen ik vertelde over mijn zenuwen voor een groot congres. Vorige week mocht ik twee dagen dagvoorzitter zijn op een mooi symposium voor 1200 gedragstherapeuten, en al vind ik dat heerlijk werk, ik weet ook dat ik altijd weer gespannen dat podium op stap, bang dat mijn stem zal trillen, dat ik een fout maak of van het podium afkukel. Als tegengif tegen die – inmiddels vertrouwde – zenuwen heb ik voorheen wel eens uitgebreid gemediteerd, en probeerde ik ook tijdens het voorzitten ‘dicht bij mezelf’ te blijven, om het maar eens modieus uit te drukken. Maar dat pakte eigenlijk niet zo goed uit; ik stond er te ingetogen, te introvert bij. Bij dit soort werk moet ik uit een ander vaatje tappen, een extraverter register opentrekken. Dus dat deed ik dit keer: ik stond er qua lichaamstaal zo zelfverzekerd en alert mogelijk bij, in de hoop dat het ‘fake it till you make it’ weer zou werken. En dat deed het: was mijn zelfvertrouwen eerst nog een beetje ‘fake’ en vooral buitenkant, langzamerhand ging ik me ook steeds extraverter en fijner vóelen. En dat leidde tot een heerlijke flow, waarin alles leek te lukken en alle interviews, grapjes en gesprekken op het podium vanzelf leken te gaan. Na afloop van het congres duurde het heel wat uren voordat die flow en al die fijne opiaatachtige stofjes in mijn brein weer een beetje gezakt waren, maar daar helpt een half uurtje zitten op het meditatiebankje dan weer wél goed bij.
top of page
bottom of page
Comments