Het was acht uur ‘s ochtends, ik liep met zoon en hond gemoedelijk naar school, tot we opeens achter ons een kreet hoorden. We draaiden ons om en zagen een vrouw die hard remde op haar fiets en schreeuwde: ,,Oh nee, nu ben ik dat rappórt vergeten!” Ze had het tegen niemand in het bijzonder, behalve tegen zichzelf. Haar hoofd zakte op haar stuur en weer schreeuwde ze, weer in zichzelf: ,,Ik kan hier niet meer tegen!” Verbijsterd keken mijn zoontje en ik elkaar aan. Even wilde ik het uitproesten maar toen voelde ik vooral een grote golf van mededogen. Het is acht uur, het is een mooie herfstmorgen, de dag moet nog beginnen, hoe komt deze vrouw de dag door zonder in te storten? Dat is ze eigenlijk al, maar ze sleept zichzelf straks vast weer op haar fiets, richting het station, richting haar werk – met rapport of met schuldgevoel. ,,Ik ken haar wel,” zei mijn zoontje. ,,Ik was laatst bij haar aan de deur om kinderpostzegels te verkopen. Het was acht uur ’s avonds maar het kwam haar niet uit, zei ze, want ze stond net te koken.” Dus om acht uur ‘s ochtends is de stress al op een hoogtepunt en om acht uur ‘s avonds is ze net thuis uit haar werk… Ik zal wel een beetje wereldvreemd zijn geworden. Maar ik vind de wereld van de werkdruk en de rapporten en de deadlines en de hele ratrace daaromheen soms zo onaantrekkelijk, zo ongezond, zo eenzaam. ,,Ze zei dat ik later maar moest terugkomen, maar dat heb ik niet meer gedaan”, zei zoonlief. Dat laatste trof mij vooral. Eenzaam, ja.
Comments