‘De één na de ander valt om op mijn werk’, zegt ze. Zelf heeft ze zich ook net ziek gemeld, ze kán niet meer van de stress en de werkdruk. Ze is pas 32 en behoorlijk aangeslagen. Vol zelfverwijt ook: ze wilde deze baan toch zo graag, ze wil nooit opgeven, ze wil niet falen.
Falen… Ik herinner haar aan de cursus mindfulness, en ook de cursus zelfcompassie die ze hier volgde, en we kijken samen naar deze gedachten van zelfkritiek. Die niet waar zijn. Die ze niet hoeft te geloven. Wie faalt er eigenlijk in een organisatie waar de een na de ander omvalt? Waar meer dan 400 werknemers het met één manager moeten doen die geen enkel overzicht heeft? Het is blijkbaar ook mogelijk om te wéinig managers te hebben…
Een collega van mij adviseert werkgevers die te maken hebben met hoge burnout-cijfers. Hij weigert mee te gaan in gesprekken over individuele gevallen; hij wijst de werkgever erop dat die kennelijk een ‘stresstent’ runt. Hij legt de verantwoordelijkheid bij de organisatie die voor te veel stress zorgt – en wat men daaraan denkt te gaan doen?
Ik vind het een behulpzaam staaltje ‘omdenken’. Ik bespreek het met haar, en haar gezicht klaart wat op. Ik ben er voor haar belang, niet voor dat van haar werkgever. Wij gaan dus samen kijken wat we voor haar gezondheid kunnen doen (en vooral laten) zodat zij niet compleet opbrandt, maar dat ze in een stresstent werkt is overduidelijk. Dus naast omdenken houden we ons in deze coachingsessie bezig met ‘ontschuldigen’ – we gaan de verantwoordelijkheid netjes terugleggen waar die hoort. En als die werkgever van haar eens eerlijk wil kijken naar werkdruk en stressfactoren, weet ik nog wel een collega die hierover een goed gesprek kan komen voeren.
Comments